Angst hebben voor de wind. Dit omvat zowel het geluid van de hevige wind, als de schrikwekkende ervaring ervan.
Deze fobie komt voornamelijk bij kinderen of jonge adolescenten voor: ze begrijpen nog niet goed de wereld rondom hen, maar ze kunnen zich ook minder goed weren tegen een stormachtige wind. Omdat ze kleiner zijn/minder wegen, kunnen ze gemakkelijker door de wind weggeblazen worden. Ook bejaarde mensen, vooral degene die amper zelfstandig mobiel blijven, zijn kwetsbaar voor hevige rukwinden, waardoor de angst dan terug kan opflakkeren.
De angst moet minstens 6 maand bestaan, alvorens men van anemofobie kan spreken.
De angst komt ook bij veel volwassenen voor in gebieden die gevoelig zijn voor verwoestende winden bvb. Tornado Alley en eilanden/kustgebieden van Noord-Amerika en Azië waar orkanen voorkomen: het gaat dan eerder om de vrees dat waardevolle spullen (van grote financiële of sentimentele waarde) ernstig beschadigd zullen raken of om deze te verliezen. Met andere woorden, bang voor het verlies aan identiteit en status.