Isothermie kan een dubbele betekenis krijgen in de fysica, maar in de weerkunde verwijst het meestal naar de luchtlagen.
U weet: over het algemeen wordt het kouder naarmate je hoger gaat. Dat verklaart waarom het vaker sneeuwt in de Ardennen dan in Vlaanderen. Het gebeurt ook soms dat een bepaalde luchtlaag - bvb. tussen 2 en 2,5km hoogte - exact dezelfde temperatuur heeft: een isotherme laag. In deze luchtlaag zijn er nauwelijks op- of neerwaartse bewegingen. (indien de temperatuur stijgt in een bepaalde luchtlaag, spreken we van een inversielaag. Dit komt meestal voor bij sterke hogedrukgebieden).
Nu je weet wat isotherm betekent (gelijke temperatuur als eigenschap), kunnen we overgaan naar het fenomeen 'isothermie' dat zich voordoet bij intense neerslag. Die zorgt er namelijk voor dat de luchtlaag eronder koeler wordt en in sommige gevallen dezelfde temperatuur aanneemt. Dit proces wordt in het Engels ook wel 'evaporative cooling' genoemd. Evaporatie/verdamping en sublimatie vragen namelijk energie en dus ook warmte. Dat maakt dat de onderste luchtlaag sterk kan afkoelen indien de neerslag langer dan een halfuur of uur aanhoudt EN indien er nauwelijks of geen wind is.
Met andere woorden: regen kan dan transformeren in natte sneeuw of natte sneeuw (vorstgrens op 200-500 meter) kan dan transformeren in pure sneeuw. De sneeuwgrens zakt dus mee.
Een animatie: https://www.facebook.com/share/r/17pKz5zjEn/
Isothermie is de nummer 1 oorzaak van soms verrassend veel sneeuw op een dag dat er geen sneeuw voorspeld werd. Dit komt uitsluitend voor bij een buientrein (meestal uit het Kanaal of de Noordzee) of bij een stationaire occlusie. Duidelijke voorbeelden hiervan zijn 30 november 2017 en 11 februari 2025: toen viel er 5 à 10cm op 3 à 4u tijd.
